Jordi Nijgh: “Ze zijn er nog, maar je moet wel goed zoeken…”

Met verbazing volg ik de laatste jaren de ontwikkelingen op de ‘transfermarkt’ in het amateurvoetbal. Dat spelers van club veranderen, omdat ze ergens anders een aardig zakcentje kunnen bijverdienen of omdat ze het sportief hogerop willen zoeken is natuurlijk al jaren het geval. Geld en ontwikkeling is echter allang niet meer de enige drijfveer om van vereniging te veranderen.  

“Ik wil verzekerd zijn van een basisplaats in het eerste” of “ik heb geen zin om op zondag(ochtend) te voetballen” waren wat mij betreft al zorgwekkende kreten die mij steeds vaker ten gehore kwamen. Ik was zeventien jaar toen ik als A-junior mee mocht met het eerste elftal van SC Stadskanaal en zat destijds ook vaker op de bank dan dat ik binnen de lijnen stond. Mij hoorde je niet klagen, want ik vond het prachtig dat ik tot de ‘grote’ jongens behoorde, waar ik tot voor kort geleden nog achter het doel voor stond te juichen als ze een doelpunt hadden gemaakt. Bovendien kreeg ik aanwijzingen en kritiek van mijn jeugdidolen waar ik alleen maar beter van werd.

Mijn meeste leeftijdsgenoten dachten er precies zo over en slechts een enkeling wilde niet wekenlang op de bank zitten en maar sporadisch een paar minuten maken voor het vlaggenschip. Gelukkig waren deze jongens op één hand te tellen al waren er natuurlijk ook wel spelers bij die domweg het talent niet hadden om ooit het eerste elftal te halen. Zij stonden echter met veel plezier op zondagochtend een balletje te trappen. Een goede zaak voor een vereniging, maar ook zeker voor het amateurvoetbal in het algemeen.

‘Slechts’ 16 jaar later is alles anders. Ik zie dingen gebeuren die zorgwekkend zijn voor het niveau in het amateurvoetbal. Redelijk getalenteerde jonge spelers hoppen van club naar club, omdat ze niet meer het geduld kunnen opbrengen om op hun kans te wachten die ze ongetwijfeld zouden gaan krijgen bij hun ‘eigen’ club. De club die in veel gevallen jarenlang energie en geld heeft gestopt in de ontwikkeling van zo’n speler in de jeugdopleiding zal er uiteindelijk nooit plezier van hebben. In negen van de tien gevallen hoor je van zo’n speler in positieve zin nooit iets weer, omdat ze hun talent verkwanseld hebben en te laat tot het besef komen dat ze de verkeerde beslissing hebben genomen. Laat staan toegeven dat ze het beter anders hadden kunnen doen.

Spelers willen niet meer op de reservebank, maar horen altijd in de basis. In het tweede elftal? Nee, liever naar de kelder van het amateurvoetbal waar ik niet in de ochtend de wekker hoef te zetten en verzekerd ben van een basisplaats op de zaterdag- of zondagmiddag: de weg van de minste weerstand. Daar wordt natuurlijk geen enkele speler beter van. Niemand lijkt in staat deze trend te stoppen, want de spelersmutaties die op diverse websites te vinden zijn lijken elk jaar in aantallen toe te nemen. Ook bij mijn eigen cluppie zie ik deze trend sterk naar voren komen de laatste jaren. Zowel spelers die zich bij ons aanmelden als spelers die denken hun heil ergens anders te moeten zoeken. Telkens weer kijk ik het allemaal verontwaardigd aan.

De tijd van geven en nemen is geweest zo lijkt het. Vind je niet dat je na vele jaren goede zorgen als club ook wel iets van een speler terug mag verwachten? Iets met normen en waarden?

Gelukkig is het niet alleen maar kommer en kwel, want positieve uitzonderingen zijn er ook. Afgelopen week trainde ik nog met het beloftenteam van SC Stadskanaal. Door de veelal positieve examenuitslagen had ik logischerwijs een select groepje. Eén van de aanwezige spelers had echter ook net te horen gekregen dat hij geslaagd was: “Ik kan ook wel een feestje maken na de training!” Ze zijn er dus nog wel, maar je moet alleen wel erg goed zoeken…

Jordi Nijgh (l)...
Jordi Nijgh (l)…
  • Show Comments (0)

Je emailadres wordt niet gepubliceerd. Benodigde velden zijn gemarkeerd met *

Reactie *

  • naam *

  • email *

  • website

You May Also Like

Gijs Klompmaker: “SV Borger leeft!”

Einde van het seizoen, nog wat laatste trainingen. Nog wat laatste keren samen douchen, ...

Peter Kroezenga: “EK”

Kent u dat pakkende liedje nog van Wolter Kroes? “We zijn er weer bij ...

Peter Kroezenga: “Leve de leren knikker!”

De tijd gaat zo snel dat je je nauwelijks realiseert hoe snel de tijd ...