Column: Vind de spiegel in jezelf

Column over de spiegel die je, jezelf als voetballer moet voor houden, geschreven door Erwin Beukema.

Het is bijna winterstop. Langzamerhand is wel duidelijk geworden wie er bij de trainers goed opstaan en kunnen rekenen op een basisplaats. Voor de spelers die buiten de boot vallen is het wel even slikken geweest. Zeker voor de jonkies die vorig jaar nog het mannetje waren in de A-junioren. De stap van de junioren naar de senioren wordt geregeld onderschat. Talenten zijn vaak tegen leeftijdsgenoten veruit de beste. Sprinten iedereen eruit, zijn fysiek een stukje verder dan de rest, of parasiteren op een bovengemiddelde techniek. “Die kan moeiteloos mee in het eerste”, hoor je dan langs de lijn. Je moet als 17/18-jarige erg sterk in je schoenen staan om er niet zelf in te gaan geloven. Heel soms klopt het ook wel hoor, maar veel vaker valt het vies tegen!

Door: Erwin Beukema

Misschien wel de minst getalenteerde
In het seniorenvoetbal wordt meer van je gevraagd. Valt het even tegen, dan komt het aan op karakter en zelfkennis. Dat bepaalt, meer dan al het andere, wie het wel redt en wiens carrière in de kiem wordt gesmoord. Ik kan het weten. Ik kwam uit best een talentvolle lichting SV Borger talenten midden jaren ’90. Drents kampioen in de zaal werden we. Dan moet je toch wat kunnen! Dat vonden we zelf ook. De meesten van ons zijn echter niet verder gekomen dan een paar jaar eerste selectie. Daarna stopten we, gingen we een elftalletje lager ons geluk beproeven, of vlogen we de wijde wereld in. Op eentje na: Martin Leering! Misschien wel de minst getalenteerde van allemaal speelde tot na zijn dertigste gewoon zijn wedstrijdjes in Borger 1. Voor mij hét voorbeeld voor alle omhoog gelulde talentjes die tegenwoordig vanuit de jeugdteams de wereld van het seniorenvoetbal denken te veroveren.

Vervelende kutstuit
‘Hard werken verslaat talent, als talent niet hard werkt’, deze tekst is onder andere te lezen op de Herdgang, het trainingscomplex van PSV. Martin is Feyenoord-supporter, zo weet ik, dus hij zal het vast niet in Eindhoven geleerd hebben. Nee, bij hem was het authentiek. Winnaarsmentaliteit zat hem blijkbaar in de genen. Het was de basis voor zijn carrière. Maar nog veel belangrijker, hij wist precies wat hij wel en vooral wat hij niet kon. Als rechtsback was hij in staat om zich volledig vast te bijten in een tegenstander. Je mocht niet van hem verwachten dat hij van achteruit een beslissende pass zou geven. Martin maalde daar ook niet om. Probeerde het niet eens. Hij leverde het balletje lekker in bij de medespelers die dat wel konden. Zijn basistechniek was precies voldoende om de bal aan te kunnen nemen en door te spelen. Als hij tenminste niet met een vervelende kutstuit werd aangespeeld door de keeper van dienst. Hierbij moet ik echt even vermelden dat Mark Wolters er lol in had om dit gemiddeld één keer per wedstrijd bewust te doen. De flamboyante oud-doelman lag vervolgens compleet in een deuk om de waanzinnige capriolen die Martin moest uithalen om het leder onder controle te krijgen. Voetbalhumor!

Een zekere Martin Drent
Martin Leering was een fenomeen. Een local hero met de gunfactor. Tegenstanders lieten hem bewust vrij in de opbouw. Martin vond het prima, want het gaf hem net wat extra tijd om een medespeler te vinden. Balverliefde medespelers als Harjo v/d Valle en Arne Joling vroegen er toch wel om. Kwamen vanzelf in de bal. Waarna hij ze simpel kon inspelen. In de omschakeling bij balverlies vrat hij zijn tegenstander op. Wel bijna altijd met de intentie om de bal te raken. Dat hij geregeld een stukje vijandelijk been mee veegde was bijzaak. Een pure verdediger! Ik heb een zekere Martin Drent, toen uitkomend voor DZOH, ooit vol onbegrip horen verzuchten: “Onze beste speler wordt helemaal uit de wedstrijd gespeeld, door de slechtste voetballer tegen wie ik ooit heb gespeeld. On-ge-lo-ve-lijk!”. Een groot compliment voor Leering, die gewoon zijn ding deed.

Nederlandse ziekte
Trainers van Borger wisten ook niet altijd wat ze met hem aan moesten. Onderdeel van de Nederlandse ziekte is immers dat een oefenmeester op elke positie graag een ‘voetballer’ wil hebben. Vrijwel elk seizoen kwam er wel een verdediger vanuit de jeugd, die beter in dat plaatje paste dan Martin. Hij belandde in de eerste weken van het seizoen dan ook geregeld op de bank. Even zo vaak kwamen de geleerden er op terug. Een gevalletje je weet pas wat je mist, als het er niet meer is. Martin zorgde voor balans in een team met aardig wat getalenteerde egootjes! Hij stond vervolgens gewoon het hele seizoen op zijn rechtsbackpositie. Dondersgoed beseffend dat het een seizoen later weer precies zo zou gaan. Je maakte hem de pis niet lauw. Hij deed zijn ding. Wist wat hij wel en niet kon.

Vind die spiegel
Dat laatste is nu precies de boodschap waar de huidige generatie jeugdspelers en jonge senioren lering (geen woordspeling!) uit moeten trekken. Dus niet wijzen naar een ander als je wissel staat, niet zeiken als je geregeld met het 2e mee moet. En al helemaal niet gaan schermen met een mogelijk vertrek bij jouw vereniging naar een nog lager voetballend buurclubje. Nee, kijk naar jezelf. Investeer in je zelf! Denk verdomme aan Martin Leering! Vermoedelijk veel minder getalenteerd dan jij bent. Hij redde het elk jaar weer. Simpelweg door hard te werken. Zijn ding te doen. Maar het meeste nog doordat hij een spiegel had die hem vertelde waar hij goed in was, maar vooral ook wat hij niet goed kon! Als je dat van jezelf én van je teamgenoten kan zien, dan heb je niet zo heel veel extra’s nodig om het te redden. Stop dus met het zoeken van excuses. Ga hard aan het werk en vind die spiegel in jezelf!

Het maakt mij nieuwsgierig. Wie is de Martin Leering van jouw team? En wie kan zo’n spiegel wel gebruiken in z’n kerstpakket?

Tags:

  • Show Comments (0)

Je emailadres wordt niet gepubliceerd. Benodigde velden zijn gemarkeerd met *

Reactie *

  • naam *

  • email *

  • website

You May Also Like

Arie Weits: “Ik heb mijn twijfels”

Kunstgras is het toverwoord in de Nederlandse voetballerij. Goedkoop in onderhoud, je kunt altijd ...

René Nijgh: “Het trapveldje”

De schoolbel klinkt: 15.15 uur. Snel wandel ik naar huis. Mam wacht me al ...

Peter Kroezenga: “Hé scheids!”

Nooit zal er iemand zo bekritiseerd worden als deze bijzondere persoonlijkheid. En nooit zal ...