Column: Statler en Waldorf bij SV Borger

De maandelijkse column, dit keer geschreven door Erwin Beukema over de ‘muppetshow’ bij zijn club SV Borger.

“It’s time to play the music. It’s time to light the lights. It’s time to meet the Muppets on the Muppet Show tonight” – The Muppet Show theme

Door: Erwin Beukema

Vlak na elkaar arriveren ze op sportpark de Drift in Borger. Het is gedaan met de rust. Beide nemen plaats op hun vaste stekkie aan de bestuurstafel. De hoofdtrainer – zoals het hoort – aan het hoofd. Zijn rechterhand aan zijn rechterkant. Ze monsteren elkaar. Overhemdje aan? Glad gestreken ook? Haar in de plooi? Schoeisel in orde? Beide hopend dat ze de ander op een foutje kunnen betrappen. In dat geval brandt het verbale geweld los. Ze sparen elkaar niet. Kunnen ze niets vinden, dan is een ander aan de beurt. De elftalleider is een gewild slachtoffer. Een scheidsrechter, een bestuurslid, op iedereen is wel wat aan te merken. Is er niets, dan verzinnen ze wel wat. Ze hebben immers overal een mening over. Hartstikke zwart-wit. Wars van compromissen. Humor ten koste van een ander. En zelf het hardste lachen om de grappen. Alles met een knipoog. Sarcasme in optima forma. SV Borger heeft zijn eigen Statler en Waldorf. Never a dull moment als Arne Joling en Mark Wolters in de buurt zijn. Elke zaterdag een nieuwe episode van de Muppet show. Als elftalleider zat ik vijf jaar op de eerste rij! Ik heb nu afscheid genomen. Zij gaan door. Hopelijk nog vele jaren!

“Zo pakte hij ooit een rode kaart van een scheidsrechter af”

De scheidsrechter komt binnen. Vaak een oude bekende van beide mannen. Herinneringen worden opgehaald. Ze hebben de afgelopen 25 jaar zorgvuldig een reputatie opgebouwd. Eerst als speler, de laatste jaren als trainer. Arne was gezichtsbepalend als voetballer van SV Borger. Gezegend met een puntgave techniek en  tactisch inzicht. Tegenstanders vervloekten hem. Tot haat aan toe. Voor scheidsrechters was hij een babbelzieke aanvoerder. Altijd maar praten, beïnvloeden, een schwalbekoning ook, maar wel zo slim om exact te weten hoe ver hij kon gaan. Mark wist dit wat minder goed, maar was bij tegenstanders vanwege zijn fratsen wel een stuk geliefder. Hij kon volledig door het lint gaan als hij het gevoel kreeg dat hem onrecht werd aangedaan. Het leverde hilarische momenten op. Zo pakte hij ooit een rode kaart van een scheidsrechter af. Gaf hem niet terug. Liep er zo mee het veld af. Gegeven is gegeven. En wat je krijgt mag je houden. Een ongeleid projectiel! Echter ook een buitengewoon goede keeper en niet onverdienstelijke spits. Als beide heren samen voetbalden gingen ze bij vlagen onwijs tegen elkaar te keer. Ze waren aan elkaar gewaagd. Nu nog steeds. Kunnen het van niemand hebben, maar wel van elkaar.

“Domme vragen bestaan in hun ogen wel”

In de kleedkamer voert de hoofdtrainer het woord. Of zoals zijn assistent zuchtend kan zeggen: “Ik heb hem in twee minuten verteld wat hij moet zeggen en daar is hij nu een kwartier mee bezig”. Op de plakkaten aan de muur hangt het tactisch plan. Zowel bij balbezit als bij balverlies. Tot in de puntjes voorbereid, dat kan je zeker aan Joling en Wolters overlaten. Dat er nog vragen gesteld worden kunnen ze zich ook maar moeilijk voorstellen. Toch gebeurt dit. Wie beide heren kent ziet het van Louis van Gaal bekende “Ben ik nou zo slim, of ben jij zo dom?”, direct terug in de lichaamstaal van beide trainers. Ze denken een niveautje hoger dan de meeste spelers in de vierde klasse. Gelukkig kunnen ze na de bespreking nog even lekker tegen elkaar brommen. Statler en Waldorf zijn het wel met elkaar eens. Domme vragen bestaan in hun ogen wel! “Het was toch logisch? Onvoorstelbaar dat ze dat niet snappen…” 

“Zo gaat het negentig minuten lang door”

Als de wedstrijd begint en beide heren in hun stoeltje plaats nemen zie je een groepje vaste supporters steevast achter hen een plekje zoeken. Ook zij verheugen zich op de wekelijkse Muppet Show. Wanneer binnen vijf minuten de eerste kans voor de tegenstander ontstaat weet je al wat er gaat gebeuren. Statler en Waldorf vragen zich druk gebarend naar elkaar af hoe dit nu weer mogelijk is. Dit hadden ze toch net in de wedstrijdbespreking uitgelegd? Als een speler voor de tweede keer uit zijn positie loopt springen ze gebroederlijk op en gaan ze flink tekeer. Terwijl ze weer plaats nemen vraag Mark zich zuchtend af of ze dit nou elke keer weer opnieuw moeten zeggen. Een retorische vraag. Op het antwoord dat ze daar inderdaad trainer voor zijn geworden zitten de heren niet te wachten. Een harde sliding op de bal, maar met één van de Borgerspelers als ‘collateral damage’ doet Joling opnieuw woedend opspringen. Wolters blijft zitten, hij probeert zijn kompaan duidelijk te maken dat het niet eens een overtreding was: “Gewoon een goede tackle. Zouden die van ons ook eens moeten doen”, bromt hij. De hoofdtrainer heeft moeite zijn ongelijk te erkennen en sputtert iets over een gestrekt been. Wat volgt is een discussie in woord en gebaar over wat een gestrekt been is. Dat Mark ooit een scheidsrechterscursus volgde helpt ook niet echt mee. De vaste Muppets-volgers weten al lang dat ze het niet eens gaan worden. En ‘agree to disagree’ komt ook niet in hun woordenboek voor. Het kan dus wel vijf minuten duren eer ze overgaan tot de orde van de dag. Meestal een nieuw moment waarover ze zich gezamenlijk verbazen. Als Arne even later tijdens een blessurebehandeling vijf meter het veld in loopt om een speler te instrueren grijpt Mark zijn kans. Hij roept de scheidsrechter: “Hé scheids! De trainer mag niet in het veld staan hè?”. Als Joling inderdaad wordt teruggestuurd naar zijn stoeltje zie je Wolters gniffelen. Genieten! Zo gaat het negentig minuten lang door. Elke week weer.

“Niet gewoon slecht. Nee, belachelijk slecht!”

Na afloop in de bestuurskamer staat de hapjesschaal op tafel. Statler en Waldorf hebben hun vaste plek weer ingenomen. Ze overzien de hele tafel. Elke licht corpulente clubgenoot die het waagt een stukje worst te pakken wordt uitgebreid afgeraden dit te doen. Beider gedrag tijdens de wedstrijd wordt nog eens uitgebreid geanalyseerd. Nemen elkaar de maat waar het maar kan. De vertegenwoordigers van de tegenstander lachen ietwat besmuikt mee. Weten zich geen raad met de situatie. Ze vragen zich zichtbaar af waar ze in terecht zijn gekomen. Een goed gebekte elftalleider vraagt eventueel nog even of de heren met elkaar getrouwd zijn. “Zo gaat het bij mij thuis namelijk ook altijd”, verduidelijkt hij zijn vraag.

Als er gewonnen  is, heerst er sowieso een hosanna-stemming. De trainer is euforisch: “Als we dit elke week laten zien, dan gaan we echt mee doen.” In de bestuurskamer aan de Drift maakt één zwaluw gewoon zomer! Als er verloren is wordt Arne wat stiller. Mark heeft daar minder last van. Hij lult wel door. Maar alles is dan slecht. Niet gewoon slecht. Nee, belachelijk slecht! En het komt ook niet meer goed…

Fragment uit de Muppet Show:

Statler: “This show is awful”

Waldorf: “Terrible!”

Statler: “Disgusting!”

Waldorf: “See you next week?”

Statler: “Of course.”

Gelukkig ziet de wereld er een week later weer volkomen anders uit. Vol goede moed begint de hele show opnieuw. Ik geniet er van. Statler en Waldorf in levende lijve. Week in, week uit.

“Dit zijn geen passanten”

Toch is er veel meer dan dat. SV Borger mag de handjes dichtknijpen met deze twee echte clubmannen aan het roer. Ze zijn veel meer dan een trainer en zijn assistent. Dit zijn geen passanten, steken verschrikkelijk veel energie in de selectie, maar ook in de rest van de club. Soms te veel! Willen ze overal invloed op hebben. Maar dat is een ander verhaal.

Bovenal heb ik onwijs veel respect voor deze  mannen. Mijn boodschap aan hen luidt dan ook: Blijf lekker zeiken en mopperen vrienden. Het houdt jullie én onze club scherp!

Tags:

  • Show Comments (0)

Je emailadres wordt niet gepubliceerd. Benodigde velden zijn gemarkeerd met *

Reactie *

  • naam *

  • email *

  • website

You May Also Like

René Nijgh: “De P.I.K. van Ludie”

Ludie Hulshof, trainer van vv Buinerveen. Trainer van de slechtste club van Drenthe. Negen ...

Jordi Nijgh: “Heimwee naar Stef Wever”

Slechts acht jaartjes jong was ik, maar voor mij is het een dierbare herinnering ...

René Nijgh: “Ben ik ouderwets?”

Een veel gehoorde kreet op een voetbalveld is: “Vroeger was alles beter”. Met name ...