Aan het openingsplan van het demissionair kabinet zie je dat er geen voetballer aan te pas is gekomen. Het plan is verstoken van gevoel voor de bal. De hunkering naar de club, het veld, het team en de wedstrijd.
Anders valt de schamele positie die sport en daarmee voetbal is toebedeeld in deze planning niet uit te leggen. Wel verklaarbaar. De nood is groot. Nog steeds verwoest corona levens en in de ziekenhuizen lopen ze op hun tandvlees. Het is daarom begrijpelijk dat er voorzichtig wordt versoepeld. Maar wat ons daarna in het plan wordt voorgespiegeld is een fata morgana.
Wachten op 11 mei
Diederik Gommers, lid van het OMT, stak er vorige week een dag na de persconferentie, al de kachel mee aan. Hij begreep er niets van dat er een openingsplan was bedacht, waarin data worden genoemd die door de onzekere situatie waarschijnlijk bij voorbaat niet haalbaar zijn.
Los van die terechte constatering, is er ook behoorlijk wat af te dingen op de inhoud. Probeer maar eens uit te leggen wat de dieperliggende gedachte is achter het besluit om de terrassen eerder te openen dan de sportverenigingen. Op 28 april mag je onder een parasol een biertje drinken, terwijl de sportverenigingen en daarmee de voetbalclubs, volgens het openingsplan pas op 11 mei voor iedereen toegankelijk worden. Lees de volledige column via onderstaande link:
Bron: KNVB
Show Comments (0)