Arie Weits: “Spierpijn en veel lol”

Ineens behoor ik weer tot de grote groep Nederlanders die onze edele voetbalsport actief beoefend. Al enkele jaren ben ik binnen de club algeheel reserve. Als er verder echt niemand beschikbaar is om elftallen van voldoende personeel te voorzien, kan men een beroep op mij doen. Blijkbaar hebben wij of bij alle elftallen ruim voldoende spelers, of men zoekt net zolang tot men iemand anders dan mij bereid heeft gevonden om mee te doen, feit is, dat ik de afgelopen paar seizoenen, op twee keer op eigen verzoek een helft tegen Stadskanaal na, niet in actie hoefde te komen.  Mijn laatste wedstrijd was twee jaar terug met oud-Valthermond tegen oud-Germanicus.

Op de woensdagavond trainen bij ons de overige senioren. Ik wil op die avond nog wel eens een kijkje op ons sportpark nemen om, onder het genot van een versnapering, het geklungel te aanschouwen. Zo ook vorige week woensdag. Gezeten aan de bar keken barman Willie van Drinken, euh sorry Van Klinken, en ik naar de training. En toen ging het mis! “Eigenlijk kan ik net zo goed even meetrainen,” hoorde ik mijzelf zeggen, wat onmiddellijk en zeer stellig door Willie werd aangemoedigd. Een man een man, een woord een woord, dus ik op zaterdag naar de sportzaak. Trainen ok, maar dan wel op goed schoeisel. Uiteraard heb ik de column van mijn collega gelezen, dus met een paar Copa Mundials, nieuwe scheenbeschermers, een trainingsjas en een paar voetbalsokken rijker en 200 euro armer verliet ik een kwartier later weer het pand om de tweede helft van Valthermond A1 – FC Assen A1 te bekijken, helemaal klaar voor de training van woensdag.

Het liep echter nog even compleet anders. Gezeten op de tribune sprak Albert Wardenburg mij aan. Albert regelt voor de lagere seniorenteams de spelers, leiders, scheidsrechters en als hij zelf meespeelt, ook de doelpunten. “Hest het meurgvroug drok?” Nou nee, niet echt. Uitslapen en voetbal kijken bij het tweede was de planning. “Dan kinst mooi met ‘t viefde met doun.” Zo stond ik zondagmorgen om negen uur bij de kantine om te vertrekken naar Zuidwending voor het duel DWZ 3 tegen Valthermond 5. Ik dacht nog rustig te beginnen met een plaatsje op de bank, maar nee, direct in de basis beginnen.  Het omkleden ging direct al mooi. Voor de mensen die mij niet kennen, het goede leven is mij aan te zien. Ik had dus echt nooit gedacht dat ik nog eens een voetbalshirt zou krijgen die mij te groot zou zijn, maar eerlijk waar, shirt nummer 18 van Valthermond 5 is zelfs mij te groot. Nummer 10 was ook vrij, maar als voorstopper nummer 10 dragen kan natuurlijk niet. Nee,nummer 13 is meer toepasselijk.

Na een intensieve warming-up, de zon scheen dus we werden lekker snel warm, gaan we beginnen. De wedstrijd is een kwartier oud en wij leiden met 2-0 als ik mijn eerste balcontact heb. Snel inleveren bij Johan Kuipers. Dat gaat goed, dus mijn zelfvertrouwen stijgt. Mijn tweede bal is een verre pass naar linksbuiten Klaas Smid en ook die komt aan. Arie is back in bussiness!! De wedstrijd stelt verder niet zoveel voor. Wij winnen met 7-1, een speler van DWZ scheldt zijn eigen scheidsrechter de botten vol en er wordt veel gelachen. Ik moet de volle negentig minuten aan de bak en halverwege de tweede helft voel ik een zeurende pijn in de rug en lies opkomen. De spieren zijn al dit geweld niet meer gewend. Ik haal echter het einde en mijn rentree op de Nederlandse velden is daar. Nu de maandag nog overleven.

  • Show Comments (0)

Je emailadres wordt niet gepubliceerd. Benodigde velden zijn gemarkeerd met *

Reactie *

  • naam *

  • email *

  • website

You May Also Like

Peter Kroezenga: “De twaalfde man”

De fundering van elke amateurclub, in goede en in slechte tijden. Supporters en vrijwilligers ...

René Nijgh: “Ik kom weer in Emmen”

Ruim twaalf jaar geleden verliet ik met een hoop bombarie stadion De Meerdijk: “Nijgh niet ...

René Nijgh: “De prijzen worden verdeeld”

Het is halverwege maart. Nog een kleine twee maanden en dan zit het reguliere ...