René Nijgh: “Het trapveldje”

De schoolbel klinkt: 15.15 uur. Snel wandel ik naar huis. Mam wacht me al op met een kop thee en een biscuitje. Snel gooi ik de veel te hete thee achterover en terwijl ik het biscuitje nog in mijn mond heb loop ik richting de schuur. Daar ga ik op zoek naar een goede bal. Er liggen er genoeg.

Wanneer ik de bal heb gevonden ren ik naar het trapveldje naast de gymzaal. M’n vriendjes druppelen ook één voor één binnen. Van vier jassen maken we doeltjes en we poten om tot twee teams te komen. We spelen alsof het een WK is. Ik ben Batistuta. En als ik scoor voel ik me ook echt Batistuta. Ik juich zoals hij ook juicht.

Wanneer de duisternis invalt moeten we naar huis. Het eten staat al klaar. Na het eten pak ik mijn voetbaltas. Er moet getraind worden. M’n ploeggenootjes wachten me op het pad achter het huis al op. Samen fietsen we naar het sportpark. Ook daar gaan we weer 1,5 uur tekeer. Moe, maar voldaan ga ik om acht uur naar mijn bed. Ik weet dat Miami Vice op televisie is en vraag mijn ouders of ik dat nog even met ze mag kijken. 

Halverwege, wanneer ik het verschil tussen Crockett en Tubbs niet meer zie, ga ik toch maar naar bed. De volgende ochtend zit ik om half negen weer in de klas, hopend dat het weer snel kwart over drie is. Dan kan ik weer naar het trapveldje. Helaas is er vanavond geen training. Dat is morgen pas weer.

Wat een geweldige jeugd heb ik gehad. Geen zorgen en doen wat ik het liefste deed: voetballen. Tegenwoordig kruipt de jeugd na school achter de PlayStation. Ook zij wanen zich dan een wereldster. Met de controller in de hand maken ze de ene mooie goal na de andere.

Tijden veranderen. Voetbalscholen schieten als paddenstoelen uit de grond. Dit om de echte liefhebbers een podium te bieden om hun techniek bij te schaven. De trapveldjes en pleintjes zijn vaak verlaten. En wanneer het nieuwste spel op de PlayStation uit is, heb je weinig kans dat je vriendjes een balletje met je willen trappen.

Deze ontwikkeling is onomkeerbaar. Gelukkig geeft mijn zoon niet zo om spelcomputers en trapt hij in z’n vrije tijd een balletje op het veldje achter het huis: zijn trapveldje.

René Nijgh...
René Nijgh…
  • Show Comments (0)

Je emailadres wordt niet gepubliceerd. Benodigde velden zijn gemarkeerd met *

Reactie *

  • naam *

  • email *

  • website

You May Also Like

Tom Meijers: “Everybody is walking with Memphis”

Waar de gemiddelde Engelsman een jaar geleden bij de naam Memphis nog zou denken ...

Column: Jump for joy

De maandelijkse column, dit keer geschreven door Erwin Beukema, over de geniale gek binnen ...

Ronald Bulthuis: Blik op de Eredivisie

De Eredivisie is inmiddels elf speelronden onderweg en één van de clubs die opvalt ...