Onlangs werd er op een KNVB-congres door vele Nederlandse voetbalcoryfeeën gesproken over het verbeteren van de jeugdopleidingen. In het kort komt het er op neer dat de KNVB wil dat er meer aandacht wordt besteed aan verdedigen en winnaarsmentaliteit.
Ik ben het hier eigenlijk wel mee eens. Wij Nederlanders staan sinds jaar en dag bekend om onze mooie voetbalopvatting. Deze is vooral gericht op balbezit. We willen de tegenstander domineren en van achteruit opbouwen om uiteindelijk via een goed positiespel tot kansen en goals te komen. Op zich is er met deze opvatting niks mis. Als je namelijk beter bent dan je tegenstander zal je in negen van de tien gevallen winnen als je positiespel goed is en je kansen creëert.
Het wordt in mijn optiek een ander verhaal wanneer de tegenstander gelijkwaardig of beter is. Dan zal de verdediging meer onder druk komen te staan en is het dus belangrijk om dusdanig te verdedigen dat er geen tegengoals vallen. Want wanneer dat lukt, dan heb je minimaal één punt. Maar hoe vaak hoor ik niet, als ik bij een wedstrijdje van mijn zoon sta te kijken, een ouder zeggen dat er prima gespeeld is en dat er beter werd gevoetbald dan de tegenstander? In dat geval zijn er dan geen punten gehaald en staat er niet op de ranglijst dat er goed gevoetbald is.
Op moment van schrijven ben ik net terug uit Emmen waar ik heb gekeken naar de wedstrijd FC Emmen D2 – FC Groningen D2. Een wedstrijd die volkomen verdiend is gewonnen door FC Groningen. Buiten het feit dat ik vind dat FC Groningen meer individuele klasse heeft vielen me nog een aantal dingen op. Daar waar FC Emmen bleef volharden in het opbouwen van achteruit, koos FC Groningen wat meer een opportunistische speelstijl. Het was bij vlagen best genieten van wat de Emmenaren in balbezit lieten zien, maar na een kwartier spelen stond er wel 0-2 op het scorebord, omdat er twee keer een bal werd onderschept tijdens de opbouw.
Hoewel, zoals eerder gememoreerd, de jeugdige Groningers meer kwaliteit in huis hebben speelden zij gewoon de lange bal wanneer het Emmen lukte om de verdediging van Groningen onder druk te krijgen. Wat ik ermee wil zeggen is dat het klasseverschil qua veldspel niet eens heel erg groot was, maar dat de Groningers veel volwassener speelden. Heel even, toen Emmen de 1-3 maakte, leek FC Groningen in de problemen te komen. Maar op professionele wijze werd het slotoffensief van Emmen de kop ingedrukt. De Groningers deden net even iets langer over het nemen van een spelhervatting, gingen gewillig naar de grond bij fysiek contact met een tegenstander en speelden gewoon de lange bal indien er gevaar dreigde. Dit tot grote ergernis van de meeste Emmense ouders die als argument aanvoerden dat we met kinderen van elf te maken hebben die plezier moeten hebben.
Dit argument valt best te billijken, maar ik ben toch een andere mening toebedeeld. In het voetbal gaat het niet om de schoonheid van het spel, maar om winnen. Als de tegenstander beter is moeten er andere registers opengetrokken worden. Hiermee wil ik overigens niet zeggen dat er dan maar geschopt moet gaan worden hoor. Maar zo nu en dan even laten zien dat je er bent, kan in mijn ogen geen kwaad. Ik vind het dan totaal onbelangrijk of je 11 of 31 jaar bent.
Natuurlijk draait alles om plezier. Want als je geen plezier hebt, kan je net zo goed stoppen. Maar ik had altijd meer plezier als ik had gewonnen met slecht voetbal dan wanneer ik had verloren met goed spel. Wel vind ik dat er rekening gehouden moet worden met het niveau waarop gespeeld wordt. Maar als ik dan nog even terugkom op de wedstrijdjes van mijn zoon, vind ik dat mijn pleidooi best meegenomen mag worden. We praten immers over een jeugdopleiding van een profclub. Alle jongetjes, inclusief mijn zoon, willen profvoetballer worden. Het is een talentvolle lichting, waar we zeker nog jongens van terug gaan zien. Toch denk ik dat de uitkomst van het KNVB-congres moet worden meegenomen in de opleidingen van de betaald voetbalorganisaties.
Mijn zoon kan behoorlijk voetballen. Hij is technisch aardig onderlegd, heeft een goede trap en kan in het positiespel aardig meekomen. Maar wil hij de top halen, dan zal hij in een veld meer een ‘klootzak’ moeten worden. Het is van nature een zachtaardige jongen. Een prima eigenschap, maar in het veld haal je daar geen punten mee. Een voetballer moet in mijn ogen uiteraard goed kunnen voetballen aan de bal, maar moet ook zijn mannetje staan in de duels en niet schromen om zo nu en dan een tegenstander even te laten zien dat hij er is.
Mijn conclusie is dat voetbal zonder bal net zo belangrijk is als met bal. Dus laten we alsjeblieft meer aandacht schenken aan het verdedigen en vooral het ontwikkelen van winnaarsmentaliteit. Want als je wint heb je echt meer plezier…
Show Comments (0)