Van mij, van mij, de bal is van mij! Na een overtreding van de tegenstander rond de zestien meter kun je maar aan één ding denken, opeisen die leren knikker. Stuk voor stuk melden zich teamgenoten om zich klaar te maken voor een ziedend schot op doel: “Hij ligt beter voor een linkspoot” of “Ik zit zo lekker in de wedstrijd”, zeggen ze dan. Niks mee te maken: die bal is voor mij!
Je aait hem, legt hem zorgvuldig neer en het ventiel recht naar achter. Met je afgekeurde timmermansoog schat je de afstand in op zo’n dertig meter, een paar stevige stappen naar achteren en diep inademen. De scheidsrechter blaast op zijn fluitje en nog één keer probeer je jezelf in diepe concentratie te laten vallen. Een droom: visualiseren hoe David Beckham en Roberto Carlos dat vroeger zouden doen.
Je ziet de bal al stijf in het kruis vliegen, de keeper aan de grond genageld. Het ritsende geluid dat het doelnet zal maken, heerlijk. Het publiek zet zich schrap, je wilt ze vermaken. Je zet een stap naar voren, achter je hoor mensen zeggen dat deze vrije trap wel eens heel hoog over kon gaan. En of ze gelijk hadden, op het moment dat mijn voet de bal raakt leek wel op een vuurpijl die aangestoken werd. Nog net niet ging dit ronde voorwerp in een baan rond de aarde. Wat een aanfluiting dacht ik, en kijk nog even schaamteloos richting het toegestroomde publiek.
Gelukkig was er een cameraman op deze derby afgekomen om dit prachtige schouwspel vast te leggen en het duurde dan ook niet lang voordat het filmpje zich liet afspelen in de groepsapp. Uit pure zelfbevlekking zet ik het filmpje zonder blikken of blozen door richting Facebook. Hmm, 1900 keer bekeken, heb ik toch nog mensen vermaakt blijkbaar.
Show Comments (0)