Gijs Klompmaker: “SV Borger leeft!”

Einde van het seizoen, nog wat laatste trainingen. Nog wat laatste keren samen douchen, nog een klein biertje aan de bar met natte haren en dan de zomer in. Het zijn de dagen waarin de balans kan worden opgemaakt. De kantineomzet, de jeugdopleiding, prestaties van seniorenelftallen en zo meer. De zomer wacht, de voetballoze zomer. Wellicht hier en daar een strandbal in het mulle zand of gein op een volleybalveldje, maar de leren ballen blijven in het hok, wachtend op de start van een nieuw seizoen.

Mijn club, SV Borger, waar ik al meer dan 25 jaar lid van ben, doet het goed. We zijn terug in de derde klasse. Daar waar we ooit voor het eerst kwamen met een trainer uit het westen: het Wilde Westen. Bert Coster, een joviale levenslustige vijftiger schudde de Drentse koppen wakker. Een bijzonder moment in de geschiedenis van de club, een cultuurschok met uiteindelijk een fantastische uitwerking: het kampioenschap. En nu zijn we dus weer terug in de derde klasse, een must, logica en broodnodig, maar desalniettemin een enorme prestatie van trainer Arne Joling en zijn team.

Sinds de teloorgang van het zondagvoetbal binnen onze vereniging verschoof alle aandacht naar de zaterdagtak. Decennialang was het zondagvoetbal in Borger van hoger niveau: er werd zelfs betaald en zo ontwikkelde SV Borger zich tot een tweedeklasser. Ik geloof dat de huidige trainer van Borger daar nog in de spits heeft gespeeld, vlak na zijn avontuur in het Assense. Ik herinner me zwarte parels in de spits, maar ook een lepe, kalende Henk Bos. Als kind reisde ik mee met de spelersbus, het voelde allemaal enorm belangrijk.

Er liep altijd een wat corpulente man met een Derrick-bril rond, daar kregen de spelers geld van. Jeugdspelers zaten op de bank voor vijftig gulden. Bizar als ik er nu aan terugdenk. Er kwamen spelers uit de hele regio voetballen bij SV Borger: uit Stadskanaal, Weerdinge, Gasselternijveen enzovoorts. Toch keek ik altijd naar de jongens uit Borger: Albert Kamps, Han Rogier de Vrij, de gebroeders Lammers en Bijker. Het was toch altijd mooier als zij scoorden, als zij belangrijk waren.

Nostalgie dat nu, een leven later, anders bekeken wordt. In 2011 beleefde het eerste elftal van de zondagafdeling Borger haar laatste seizoen. Een team bestaande uit een generatie studenten gaf er de brui aan. En daarmee verloor de zondagafdeling haar bestaansrecht, de aandacht van het dorp en haar zondagmiddag. Vanaf dit moment kwam de focus volledig op zaterdagmiddag te liggen. Waar jeugdspelers in de jaren daarvoor toch veelal voor de zondagmiddag kozen, spelen ze nu op zaterdag. Er wordt door een enkeling, inclusief mezelf, nog op zondagochtend gevoetbald. Fanatieke recreatie, niet meer en niet minder. Maar waar het mij om gaat is het volgende.

Er wordt niet betaald, er worden geen lokale helden van omliggende dorpen binnengehaald. Geld speelt geen rol, geld dat altijd tijdelijke oplevingen creëert. En vaak gebruikt wordt om structurele problemen te verbloemen. Dat Borger nu weer een derdeklasser is, dat is schitterend. Maar vooral de manier waarop is belangrijk. Borger leeft, haalt adem met goedgevulde longen, rent op eigen benen en scoort met jongens uit eigen kweek. Binnen de vereniging wordt hard gewerkt aan een structuur die vanuit de jeugd naar het eerste denkt, gericht op ontwikkeling. Zonder Blatteriaanse figuren, zonder Cruijffiaanse bemoeienis, maar met een beleid, met een idee dat groter is dan elk ego. Gezond en verkwikt.

Hoe ik als klein jongetje ook opkeek naar die mannen in groen-wit gestreepte shirts. Hoe ik ervan droomde ooit in zo’n shirt te mogen voetballen. Hoe ik me ook verbaasde over donkere mannen als Johnson. Hoe er ook een wereld voor me open ging, een wereld die ik niet kende. Hoezeer dat ook in mijn herinnering ligt als een bruisende voetbalvereniging. Het was een Borger dat in stand werd gehouden met geld, aan het infuus lag van guldens.

Een Borger dat werd opgedirkt en geïnjecteerd tot een team dat beter was dan Borger kon zijn. Al hadden we nog zulke goede talenten, er moesten spelers van buitenaf bij. Het is pas nu, en nu pas echt dat Borger leeft. Dit elftal is wie ze is, met al haar jeugdigheid en klasse. Dit team is van Borger, S.V. Borger is van Borger en dat moeten we zou houden. Bewaken. Want het dorp Borger leert eindelijk hoe het is om samen sterk te staan. En laat ik eerlijk zijn: dat werd tijd!

Gijs Klompmaker...
Gijs Klompmaker…
  • Show Comments (0)

Je emailadres wordt niet gepubliceerd. Benodigde velden zijn gemarkeerd met *

Reactie *

  • naam *

  • email *

  • website

You May Also Like

René Nijgh: “De slapende reus”

Zoals iedereen wel weet loopt SC Stadskanaal als een rode draad door mijn leven. ...

Martijn Folkers: “Vijf voor twaalf voor Tseard”

Er heerst een kleine crisis op sportpark De Slenk. Want daar waar de vaste ...

Column: Laat de plakplaatjes over aan Panini

Een column over de ijdelheid van de voetballer, geschreven door Gijs Klompmaker.