Column: Jump for joy

De maandelijkse column, dit keer geschreven door Erwin Beukema, over de geniale gek binnen het elftal.

Je kent ze wel van die voetballers waarvan je niet goed weet wat je eraan hebt. De ene keer uitblinker, een week later een bron van ergernis. Veelal wars van tactiek, gezegend met bovengemiddeld veel techniek, vaak wat flegmatiek en vooral uniek. Spanning kennen ze niet. Spelen hun eigen wedstrijdje. Loopt het, dan zijn ze niet te stuiten! Loopt het niet, dan stralen ze dat aan alle kanten uit. Kan je ze net zo goed direct wisselen. Er komt nu vast een naam bij je op!

Door: Erwin Beukema

Hakim Ziyech op z’n slechtste dag

Ook ik heb ze meegemaakt in mijn actieve voetbalcarrière. Ik kon ze af en toe wel schieten! Maar een paar minuten later hing ik ze net zo makkelijk weer om de nek, als ze middels een briljante ingeving de wedstrijd open hadden gegooid. Toen ik pas geleden een bekend ‘nineties’-nummer op de radio hoorde moest ik aan één van die ‘enfant terribles’ terugdenken.

Een schoolvoorbeeld was het. De ene week briljant, een week later voor de keutel te duur. Niet bewust hoor, want dit soort gasten zijn liefhebbers pur sang. Willen altijd uitblinken. Maar als het bij hen niet lekker draait, dan lijkt het allemaal nog net even wat lakser dan bij een stoere verdediger. Stel je Hakim Ziyech voor op zijn slechtste dag. Zoiets! Voor trainers elke week weer een gok. Stel ik hem op, of niet? Een muntje opgooien en hopen op het beste! Nou beste trainers, één advies geef ik jullie mee. Stel dit soort gasten altijd op, wanneer de spanning het hoogst is. Juist dan excelleren ze! Hoe ik dat weet? Daarvoor neem ik jullie graag mee terug in de tijd.

Jochies waren we

Het was het voetbalseizoen 1995-1996. Mijn eerste seizoen als seniorenvoetballer. Samen met een grote groep maten uit de A-junioren hadden we gekozen voor Borger zaterdag. Een combinatie van de trainer volgen, het willen blijven voetballen met elkaar en door een suikeroom dik betaalde spelers van buitenaf bij de zondagafdeling, waardoor de kans op eerste elftal voetbal daar een stuk minder groot was, vormde de basis voor deze beslissing. Zondagochtendvoetbal zagen we niet echt zitten. Daarvoor was de zaterdagnacht in café Veuger ons te lief!

Het was een mooi jaar. Terugkijkend waren we jochies, die samen gingen voetballen met een aantal gelouterde zaterdagvoetballers. Het klikte wonderwel tussen de oude en de jonge garde. Zowel op als buiten het veld werden we onder leiding van hoofdtrainer Eddy v/d Touw een hecht team. Het hielp natuurlijk wel dat we al in de voorbereiding het ‘grote’ Borger zondag klopten in de Univé Cup, het officieuze kampioenschap van de toenmalige gemeente Borger. Met die overwinning was de toon meteen gezet. Met elkaar konden we veel bereiken!

Dat bleek ook tijdens de competitie. We wonnen veel, we scoorden veel en dus lonkte op een gegeven moment het kampioenschap! Er bleef één echte concurrent over. Dat was Pesse. Het mooie was dat we een aantal wedstrijden voor het einde juist tegen die club het langverwachte kampioenschap binnen konden slepen. Een gelijkspel was geloof ik genoeg. TV Drenthe zou erbij zijn, want we werden de eerste kampioen van Drenthe.

Strakke koppies

En juist op de dag dat we het moesten laten zien, gebeurde wat ons nog nooit was overkomen. We waren bloednerveus! De doorgaans grote bekken bleven bij aankomst op het sportveld dicht. De koppies stonden strak gespannen. Ongekend! Niets was er meer over van de branie, die we sinds het Univé toernooi bij ons droegen.

Er was één uitzondering! Aan ons ‘enfant terrible’ was niets van spanning te merken. Licht stuiterend als zo vaak liep hij in zijn Australian jack tussen zijn gespannen teamgenoten. ‘Jump for joy’ het destijds immens populaire nummer van 2 Unlimited had hem te pakken. Het zat in zijn kop en hij straalde het aan alle kanten uit. Hij had er zin in en was als enige volledig ontspannen. In de auto onderweg naar Pesse kreeg de volumeknop van de radio op zijn verzoek nog even een flinke slinger. Anita Doth zong:

I wanna scream

I wanna jump for joy

and I want everyone to know

I wanna scream

I wanna jump for joy,

I gotta let the whole world know”

Wissel

In de kleedkamer aangekomen gaf Eddy de opstelling. Ik stond wissel. Hij ook. Het muntje was verkeerd gevallen. De trainer koos voor zekerheid. Samen baalden we. Hij meer dan ik. Maar toen Ray en Anita ook in Pesse uit de speakers knalden leek de teleurstelling alweer verdwenen. Hij legde een bal dood in zijn nek, schoot een penalty van achter het standbeen in de kruising en sprong daarna weer lachend in het rond. Op de achtergrond hoorde ik Ray Slijngaard rappen:

“Jump for joy

Jump for joy

Everybody jump jump”

De wedstrijd

Maar niet iedereen ‘jumpte’. De voortekenen hadden ons niet bedrogen. Het basisteam was bevangen door de spanning. Alles wat mis kon gaan, ging mis! Bij rust stonden we met 2-0 achter. Onderweg naar de kleedkamer zagen we de bestuursleden de meegebrachte bloemen afvoeren. TV Drenthe leek al aan het inpakken te zijn. Hier zou vandaag niet het eerste Drentse kampioenschap gevierd gaan worden.

Doe je ding

We rekenden op een donderspeech van Eddy. Hij had weleens eerder de thee door de kleedkamer laten vliegen. Maar nee, deze keer was het anders. De trainer was kalm en deed wat hij moest doen. Dat wil zeggen, de hoofdpersoon uit dit verhaal moest zich klaar maken om in te vallen. Hij kreeg één opdracht mee: doe lekker je ding! En of hij zijn ding deed! Hij fladderde onbevangen over het veld. Scoorde twee keer en schoot ons zo naar het kampioenschap. Na zijn doelpunten ‘jumpte’ hij schreeuwend bij me in de armen. Het was zijn dag! Hij was de ultieme en nooit geëvenaarde verpersoonlijking van ‘Jump for joy!’.

Ik hoorde het nummer pas geleden op de radio. Onbewust balde ik stilletjes mijn vuist, ik dacht aan onze geniale gek van destijds en schreeuwde het uit: “Yes! Kampioen!!”.

Het ‘enfant terrible’ uit dit verhaal heet Raymond Wubs. Zijn zoon noemde hij Armando. Ongetwijfeld naar Diego Armando Maradonna. Het zegt denk ik wel wat. Op een ander niveau een nog veel genialere gek! Jij kent er vast ook wel één bij je eigen vereniging. Taggen maar!  

Tags:

  • Show Comments (0)

Je emailadres wordt niet gepubliceerd. Benodigde velden zijn gemarkeerd met *

Reactie *

  • naam *

  • email *

  • website

You May Also Like

Jordi Nijgh: “Heimwee naar Stef Wever”

Slechts acht jaartjes jong was ik, maar voor mij is het een dierbare herinnering ...

Rene Nijgh: “Mediatraining”

Wat erger ik me vaak aan die interviews van trainers en spelers. Altijd er ...

Peter Kroezenga: “Een wereld van uitersten”

Zondagavond klokslag zeven uur: de samenvatting van Ajax – Feyenoord. Over de wedstrijd wil ...