Chiel Boeser is trots op de mensen van EEC

Chiel Boeser..
Chiel Boeser..

Eén van de verrassingen in de Kanaalstreek van het afgelopen seizoen was EEC. De ploeg uit Ees eindigde op een verdienstelijke derde plaats in de vijfde klasse E en overtrof daarmee alle prestaties uit de clubhistorie. En bijna kreeg het seizoen een verlenging, want men kwam één punt tekort om de tweede periodetitel binnen te halen.  ‘Als’ telt niet in de sport, maar feit is wel dat het gelijke spel tegen buurman HOC achteraf gezien erg kostbaar was. FC Kanaalstreek sprak met Chiel Boeser, trainer van de blauw-witte brigade uit Ees: “We hebben een plek in de nacompetitie niet in de laatste wedstrijd laten liggen, hoor.”

Want wanneer we naar het mislopen van de nacompetitie vragen, kraakt Boeser een harde noot, waarbij de vader van twee kinderen aangeeft waar volgend seizoen winst moet worden geboekt: “We hebben het echt niet in de laatste speelronde verspeeld, want dat gebeurde in wedstrijden waarin we door een gebrek aan motivatie en inzet punten hebben laten liggen. Dìe punten kwamen we aan het eind tekort!” Boeser, die in het dagelijks leven werkzaam is als vertegenwoordiger bij Tyreprotector, maakte na vijf seizoenen bij Alteveer de overstap naar een andere dorpsclub.

Dorpsclubs
Want dat fenomeen loopt als een rode draad door de carrière van Boeser: “Toen ik in de jaren zeventig als speler van Gieterveen vanwege een blessure noodgedwongen moest stoppen met voetballen, was het voor mij logisch om trainer te worden. In de loop der jaren ben ik trainer geweest bij onder meer Zuidlaarderveen, SVDB, LEO en Witteveense Boys. Dat zijn inderdaad niet de allergrootste clubs, maar ik heb altijd fijn gewerkt bij dorpsclubs. De mensen bij deze clubs doen er alles aan om de club draaiende te houden, met de soms beperkte middelen die voor handen zijn. Toch vind ik dat EEC zichzelf naar de buitenwacht wel meer zou kunnen presenteren. Door activiteiten te organiseren voor het hele dorp ontstaat er meer binding en dat is alleen maar goed.”

Na een aantal jaren Alteveer stapte Boeser, die ook volgend jaar actief zal zijn in Ees over. Over zijn eerste seizoen bij de Eesenaren zegt hij: “Het begin was moeilijk dan ik had gedacht. Dit kwam doordat ik van een warme club kwam waar ik door de jaren heen een stukje binding had opgebouwd. In Ees is sprake van een totaal andere voetbalcultuur. Bij Alteveer was bijvoorbeeld een supportersvereniging. EEC is een kleinere club met veel zelfwerkzaamheid en een andere mentaliteit en organisatie. Maar ik heb mijn draai nu wel gevonden binnen de club supporters en de spelersgroep. Dit zijn allen stuk voor stuk leuke mensen die zich tomeloos inzetten voor de club: als hoofdtrainer ben ik trots op deze mensen! Hèt dieptepunt dit seizoen was dan ook het overlijden van Riekus Smeenge, Mister EEC.”

“Net-niet seizoen”
Desgevraagd omschrijft Boeser het afgelopen seizoen van EEC als positief. “Het eerste hoogtepunt was het bereiken van de tweede ronde van de bekerstrijd. Een tweede hoogtepunt is  het presteren van onze verdediging, want we hebben in de hele jaargang maar achttien treffers geïncasseerd.” Maar wanneer dan gekeken wordt naar het aantal gemaakte doelpunten, blijkt het breekpunt zichtbaar gemaakt: “Wanneer we voorin de ballen er makkelijker in hadden geschoten, was er wellicht meer mogelijk geweest. Volgens mij is dit een goede basis om volgend seizoen op verder te gaan. Ik weet niet òf ze er zijn, maar wanneer er spelers EEC willen verlaten vanwege de resultaten, dan moeten zij zich goed beseffen dat ze mede verantwoordelijk zijn voor het, uiteindelijk, net-niet seizoen. Er ligt echt een heel mooie uitdaging voor komend seizoen!”

Wanneer we de sprong op de ranglijst van de blauw-witten aanhalen en hieraan koppelen dat hier de hand van de trainer wel in te herkennen moet zijn, reageert Boeser bescheiden: “Daar geloof ik niet in. Ik heb niet de illusie dat de ontwikkeling alleen op mijn conto te schrijven is: voor mij zijn er immers ook trainers aan het werk geweest met deze spelersgroep. Waar ik met name aan gewerkt heb, is het smeden van een team. Ik vind het belangrijk dat een ploeg strijdt voor een goed resultaat. Hierbij komt het soms voor dat ik niet de elf beste spelers de wei instuur, maar dat ik soms voor een speler kies die nadrukkelijk om het teambelang denkt.”

Toekomstbeeld
Een punt waar niet aan te ontkomen is, is de terugloop in de animo voor voetbal. In diverse dorpen wordt meer en meer zichtbaar dat clubs krimpen, waardoor er noodgedwongen fusies en samenwerkingen plaats moeten vinden. Eén van de voorbeelden in de competitie van EEC is de nieuwe club HOC, wat een samensmelting van Hunso (Exloo) en Oring (Odoorn) is. Voor EEC ziet Boeser deze ontwikkeling ook dichterbij komen: “Er zijn al gesprekken gaande met buurtclubs over samenwerking. De rol van de gemeente Borger-Odoorn hierin is ook duidelijk, want zij willen graag bezuinigen op het onderhoud van sportcomplexen. Hierbij wordt echter naar mijn smaak te makkelijk voorbij gegaan aan het feit dat je kleinere dorpen hiermee hun sociaal samenzijn ontneemt. Ik hoop dan ook van harte dat we met EEC nog vele jaren op ons knusse sportpark kunnen spelen, en niet op een nieuw modern complex als onderdeel van een grote club.”

Tags:

  • Show Comments (0)

Je emailadres wordt niet gepubliceerd. Benodigde velden zijn gemarkeerd met *

Reactie *

  • naam *

  • email *

  • website

You May Also Like

Stefan Viel: “Ik wil me bewijzen bij SV Borger”

Bij Borger zijn vele ogen gericht op de aanvallers. Niet geheel verwonderlijk, gezien spelers ...

Robert Hamming: “In derby’s zoek ik de grens op”

Ieder jaar heeft de hoofdmacht van Nieuw Buinen te maken met een aantal mutaties. ...