Je hoort het steeds vaker: vroeger was alles beter. De oude garde kan geen genoeg krijgen van dit zinnetje, maar in sommige gevallen hebben ze wel gelijk. Op de zaterdagochtend kom je ze in grote getale tegen op het voetbalveld, de overfanatieke ouders. Met een kloppende ader op het voorhoofd staan ze hevig stampvoetend langs de lijn, schreeuwen tegen de scheidsrechter en mopperen op de leider dat zoonlief te weinig speeltijd krijgt. Dan was het verleden toch beter.
Ik baseer dit feit natuurlijk op mijn eigen belevenis, één wedstrijd staat nog altijd op mijn netvlies. Zandpol uit, ik was negen jaar. Mijn moeder was aangewezen om te rijden, het regende pijpenstelen. We hadden vroeger een geweldige auto, een Daihatsu Charade. Deze ooit felrode stalen ros was het paradepaardje van de Aziatische automarkt. Uiteindelijk was het maar goed dat het noodweer was, want in de zonneschijn kon je per minuut de lak verder zien vervagen. Maar hij deed het altijd!
In Zandpol aangekomen, omkleden en de wei in. Ik herinner me de tegenstanders als enorme buffels, verre familie van Ellert en Brammert vermoed ik. Ze hadden ook wat te vaak tegen het doel aangestaan want die stond zo scheef dat de toeschouwers achter de hekken konden schuilen onder de deklat. Na de ruststand van 3-2 kwam in de tweede helft mijn hoogtepunt, niet door mezelf.
Een achterneefje van Brammert omspeelde de verdediging kwam in volle vaart op mijn doel af. Hij mistte uiteindelijk de bal, maar raakte mijn knie. Dikke tranen vloeiden over mijn wangen maar voordat ik durfde te kijken was mijn moeder al ter plaatse. Ze veegde mijn knie schoon en gaf er een dikke kus op.
Zo snel als ze kwam was ze ook weer weg. Na deze liefdevolle ingreep was ik aan de betere hand. We wonnen uiteindelijk met 3-5 en in de aansluitende penaltyreeks was ik onklopbaar. Bij de laatst gestopte strafschop maakte ik nog een buiging naar het publiek: een showman in de dop. De tegenstander kende zich geen goede verliezer en kwam nog even melden dat de sponsor op mijn keepersshirt (Harma´s Haarmode) geen goeie reclame was. Ik kon ze daar gelijk in geven, want ik had een bos haar als een poedel in een windtunnel, zelfs in de regen.
Nu, twintig jaar later, komt ze gelukkig nog regelmatig kijken. Erg leuk vind ze het nog steeds niet, bang dat ik wat breek en dat geschreeuw in het veld vind ze ook maar niks. Maar ze is er voor mij en daar kunnen de meeste ouders van nu een voorbeeld aan nemen. En soms, bij een blessurebehandeling, kijk ik nog wel eens naar het publiek, maar het veld komt ze niet meer in..
Show Comments (1)
Spits
Leuk stukje Peter.
Mocht je aanstaande zondag een tikkie oplopen, kom ik je wel even een kusje brengen hoor! 😉