Het is nu twee jaar geleden dat ik ben gestopt als voetballer. Natuurlijk is het jammer om zelf niet meer binnen de lijnen te staan, maar dat ik het nu verschrikkelijk mis? Nee! Wat ik wel mis is de kleedkamer. Alle voetballers zullen begrijpen wat ik bedoel. Mensen die niet voetballen snappen er niks van. Dat kan ik me heel goed voorstellen overigens. Je moet het namelijk meemaken om het te begrijpen.
De spanning voor een belangrijke wedstrijd. De één is zo zenuwachtig dat ie nauwelijks zijn veters kan strikken, de ander gaat in een tijdsbestek van een half uur zes keer naar de wc. Sommige jongens gedragen zich altijd hetzelfde, belangrijke wedstrijd of niet. Ze zijn er ook die erg bijgelovig zijn. Elke wedstrijd dezelfde onderbroek aan, eerst de linkerschoen aan, of voor de wedstrijd nog even snel de haartjes in de plooi met een handjevol gel.
Tijdens de trainingsavonden is de sfeer vaak wat meer ontspannen. Dan is er tijd om zo nu en dan een grap uit te halen. Een klassieker is natuurlijk het insmeren van de onderbroek van een ploeggenoot met ‘red hot’. Even later aan de bar wil het slachtoffer geen woord hebben en probeert te doen alsof het helemaal niet brand bij zijn klokkenspel. De rest van het team weet echter wel beter en kan het nauwelijks droog houden.
Ook een bekend fenomeen in de voetbalkleedkamer is het doornemen van het afgelopen weekend. Diverse vrouwen passeren de revue, vaak met naam en toenaam. De meeste voetballers zijn onder de douche niet de brave huisvader die ze in het dagelijkse leven trachten te zijn. Misschien heeft het te maken met groepsdruk en wil men niet als een zacht eitje overkomen. Feit is dat ik regelmatig de indruk heb gehad dat ik voetbalde met twintig pornosterren.
Uiteraard wordt er in de kleedkamer ook over de trainer gepraat. Vooral als de prestaties niet goed zijn is het de trainer die het moet ontgelden. Met name spelers die weinig aan bod komen hebben vaak geen goed woord over voor de beste man. Een voetballer heeft over het algemeen namelijk weinig zelfkennis en vindt dat hij altijd hoort te spelen. Wanneer er een keer een groepsgesprek plaatsvindt in de kleedkamer zijn dit vaak ook de jongens die hun mond niet opentrekken. Achter de rug van de trainer een grote mond, maar in zijn gezelschap een mak schaap.
Na een belangrijke overwinning heb je het gevoel dat je met je vijftien beste vrienden in de kleedkamer zit. Iedereen vliegt elkaar om de hals en knuffelt zich een ongeluk. Het groepsgevoel is op dat moment ongelooflijk groot. Toch is het niet ondenkbaar dat de speler waar je op zondag nog innig mee knuffelde, de week erop het bed deelt met jouw vrouw. Om maar aan te geven dat een voetbalelftal echt niet altijd uit alleen maar vrienden bestaat.
Bij een nederlaag vliegen de verwijten van links naar rechts en van onder naar boven door de kleedkamer. Iedereen veegt zijn eigen straatje schoon. Altijd ligt het aan die beperkte linksbuiten die alle voorzetten achter de goal heeft geschoten, of aan die keeper die wel erg vaak over een bal heen duikt.
Resumerend kan ik wel concluderen dat er in een kleedkamer alles gebeurt. Er wordt gelachen, er wordt gehuild. Prachtige anekdotes worden er verteld en de voetbalhumor is vaak ongekend. Je deelt zaken die je met je eigen vrouw nog niet deelt. En toch komt er aan elk kleedkamertafereel een einde. Met je tasje op de schouder weer richting moeder de vrouw en weer even terug naar de realiteit. Maar een paar dagen later mag je weer. Dan mag je weer naar die kleedkamer. Verdomme, wat mis ik dat…
Show Comments (0)